Ontdek veelgebruikte weertermen.
Absolute vochtigheid is de totale hoeveelheid waterdamp die aanwezig is in een bepaald volume lucht, uitgedrukt in gram per kubieke meter.
Luchtvochtigheid verwijst naar de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer en beïnvloedt weerpatronen en comfortniveaus.
Atmosferische druk is de kracht die wordt uitgeoefend door het gewicht van de lucht boven een bepaald punt.
Een extratropische cycloon is een groot lagedruk weersysteem dat buiten de tropen ontstaat en wordt gevoed door temperatuurscontrasten tussen botsende luchtmassa's.
De code voor het vochtgehalte van fijne brandstoffen is een cijfer dat het vochtgehalte aangeeft van kleine, dode brandstoffen zoals bladeren, twijgen en strooisel, en van daaruit het relatieve ontstekingsgemak en de ontvlambaarheid van die brandstoffen.
De Intertropische Convergentie Zone (ITCZ) is een lagedrukgebied dicht bij de evenaar waar de passaatwinden van het noordelijk en zuidelijk halfrond samenkomen, wat vaak resulteert in zware regenval in het gebied.
De Palmer drought severity index is een regionaal instrument dat de ernst van de droogte inschat door de balans tussen vraag en aanbod van water te modelleren aan de hand van neerslag- en temperatuurgegevens.
Plotselinge stratosferische opwarming (Sudden stratospheric warming, SSW) is een snelle stijging van 30-50 °C in de polaire stratosfeer die de polaire vortex verstoort, het weer aan de oppervlakte wekenlang beïnvloedt en de variabiliteit van het winterklimaat op de middenatatitudes aanjaagt.