Regen is een soort neerslag die bestaat uit vloeibare waterdruppels die gecondenseerd zijn uit waterdamp in de atmosfeer en door de zwaartekracht op het aardoppervlak vallen.
Regen ontstaat wanneer waterdruppels in de atmosfeer groot en zwaar genoeg worden om de luchtweerstand te overwinnen en onder invloed van de zwaartekracht van wolken op de grond te vallen.
Regenvorming begint met verdamping, waarbij water uit oceanen, meren, rivieren en zelfs de bodem verandert in onzichtbare waterdamp. Deze warme, vochtige lucht stijgt op in de atmosfeer. Tijdens het opstijgen wordt de omringende lucht koeler, waardoor de waterdamp condenseert in kleine vloeibare druppeltjes. Deze druppeltjes vormen wolken. Als ze groot genoeg worden door verdere condensatie en botsing, vallen ze als regen.
Niet alle vloeibare neerslag wordt als regen beschouwd. Er moet aan verschillende criteria worden voldaan:
Regendruppels hebben diameters variërend van 0,5 tot 9 mm (0,0039 tot 0,3543 in), maar hebben de neiging om bij grotere diameters uit elkaar te vallen. Kleinere druppels worden wolkendruppels genoemd en hun vorm is bolvormig. Naarmate een regendruppel groter wordt, wordt zijn vorm afgeplat, met de grootste doorsnede naar de tegemoetkomende luchtstroom gericht.
Regen wordt vaak ingedeeld op basis van intensiteit en duur:
Gepubliceerd:
1 mei 2025
Alternatieve namen: